Van stadssnelweg naar publieke ruimte

Het metropolitaan vervoernet, hoeksteen van de stedelijke mobiliteit

De uitbouw van een samenhangend, hoogwaardig openbaarvervoernet is op korte en middellange termijn de belangrijkste ‘pull-maatregel’ in het sturend mobiliteitsbeleid dat KleineRing.be voorstaat. Het is bovendien een van de voorwaarden die het herverdelen van de ruimte op de grote verkeersassen mogelijk maken, zonder de bereikbaarheid van Brussel in het gedrang te brengen.

Hoogwaardig openbaar vervoer

Hoogwaardig openbaar vervoer in de hele metropool.
© Rien van de Wall

Wie het politieke discours en de beslissingen inzake mobiliteit gadeslaat, kan zich niet van de indruk ontdoen dat vele beleidsmakers in België het openbaar vervoer nog steeds beschouwen als een vervoermiddel voor pendelaars en voor personen zonder eigen auto (scholieren, studenten, ouderen en huishoudens wier inkomen het bezit van een eigen wagen niet toelaat). [1] In de visie van KleineRing.be wordt het openbaar vervoer een volwaardige vervoermodus voor álle inwoners en gebruikers van de Brusselse metropoolregio, een comfortabele en betrouwbare vervoermodus, die dag in dag uit beschikbaar is, voor alle soorten verplaatsingen. [2]

Vaststellingen | Visie: een gelaagd netwerk | Bediening van de centrale wijken

Vaststellingen

Focus op Vijfhoek © Rien van de Wall

Vijfhoek uitstekend bereikbaar, maar wat met de periferie?
© Rien van de Wall

Vandaag is het (hoogwaardig) openbaar vervoer in Brussel zeer sterk naar de Vijfhoek gericht. De Noord-Zuidverbinding is als gevolg hiervan al jarenlang verzadigd. Het kleinste incident tussen het Noord- en het Zuidstation veroorzaakt onmiddellijk onregelmatigheden in de bediening. De spilfunctie van de verbinding in het nationale spoorwegennet leidt tot de gekende domino-effecten.

Ook op de metrolijnen 1 en 5 treden capaciteitsproblemen op. Om die reden voorziet de Brusselse regering op termijn een automatisering van deze lijnen. Het gewestelijk mobiliteitsplan stelt dat deze ingreep de verwachte groei van de reizigersaantallen kan opvangen tot 2025. [3]

Een ander gevolg is dat de in het Gewest overvloedig aanwezige spoorinfrastructuur niet optimaal geëxploiteerd wordt. Dit geldt vooral voor de perifeer gelegen lijnen 26 (Vilvoorde-Halle via Bordet en Merode) en 28 (westelijk ringspoor). Beide lijnen kunnen in potentie een belangrijke rol opnemen in de bediening van de tweede kroon. Vandaag worden deze wijken slechts door trams en bussen met elkaar verbonden, met een lagere commerciële snelheid, die bovendien lijdt onder de congestieproblemen op de wegen.

Visie: een gelaagd netwerk

Een hertekening van het openbaar vervoer in de metropoolregio dringt zich op. De hier voorgestelde reorganisatie is erop gericht

Leidmotief bij de hertekening is een evenwichtiger spreiding van de reizigersstromen. Dit neemt de druk op de centrale spoor- en metrolijnen weg en verhoogt de bereikbaarheid van de regio als geheel.

Het hertekende openbaarvervoernet bestaat uit drie lagen, die het metropolitaan gebied op verschillende schalen ontsluiten:

  1. internationale en intercityverbindingen: verbindingen met bestemmingen buiten de metropoolregio;
  2. het ‘metropolitane net’: een geïntegreerd netwerk van hoogperformante verbindingen (S-trein, metro en MetroTram);
  3. een fijnmazige bediening van de wijken met tram- en buslijnen.

1. Internationale en intercityverbindingen

Het voorstel duidt een beperkt aantal assen en stations aan voor internationaal en IC-treinverkeer.

Meer lezen
Metropolitaan vervoernet © Rien van de Wall

 

2. Het metropolitane net

De tweede laag in de voorgestelde openbaarvervoerhiërarchie wordt gevormd door een samenhangend en veelvuldig verknoopt netwerk van hoogperformante, spoorgebonden verbindingen. Drie modi opereren complementair aan mekaar: S-trein, metro en MetroTram. Door de ontwikkeling van het metropolitane net kan het openbaar vervoer de concurrentie met de auto aan, zowel voor verplaatsingen van ommeland naar Gewest als voor verplaatsingen binnen de stad. Het reizen op dit netwerk gebeurt ‘spoorboekloos’.

Metropolitaan vervoernet © Rien van de Wall

Metropolitaan vervoernet.
© Rien van de Wall

De realisatie van het net veronderstelt een intensieve samenwerking van de aanbieders van openbaar vervoer in de metropoolregio en een integratie van de tarieven.

S-trein

In het voorstel is de S-trein een ‘metroachtige’ stadstrein, die bijkomend en wanneer nodig ook als ‘suburban railway’ functioneert. [6] In sterk verstedelijkt gebied rijden treinen op een S-treinverbinding met een interval van 10 à 15 minuten. Het aantal doorkomsten verhoogt vanzelfsprekend aan haltes die door meerdere S-treinverbindingen worden bediend.

Meer lezen
Metro

In het verleden heeft de MIVB een aantal plannen uitgewerkt, die het huidige metronet op een aantal punten sterk verbeteren. Het voorstel van KleineRing.be kiest voor een selectieve implementatie, daar waar dichtbevolkte wijken ontsloten kunnen worden en waar nieuwe overstappunten tot stand kunnen komen.

Meer lezen
MetroTram

Het web van S- en M-lijnen wordt verdicht en/of aangevuld met een aantal MetroTram-lijnen. Deze lijnen verbinden de minder dichtbevolkte gebieden in de tweede kroon en in de Rand met elkaar en met de centrale wijken. Het gaat hier om de huidige MIVB-lijnen 7 (op de Middenring) en 94 (op de Woluwelaan), alsook het voorziene Brabantnet van De Lijn. [10] Zij circuleren veelal bovengronds en in eigen bedding, en halen daarmee hogere commerciële snelheden – de naam suggereert inderdaad een tram met een metroachtige exploitatie.

Het invoeren van een nachtdienstregeling op de verbindingen van het metropolitane net moet worden onderzocht, eventueel met nachtbussen die de tracés van de S-trein, de metro en de MetroTram volgen.

3. Tram en bus

Naarmate het metropolitane net vorm krijgt, worden in het voorstel de bestaande tram- en buslijnen naar de haltes van dit net geheroriënteerd. Zij verdichten zo de mazen van het openbaarvervoernet en verbinden de lokale kernen onderling, daar waar het metropolitane net minder dicht is uitgebouwd (d.i. in de tweede kroon en in de randgemeenten).

Spoorgebonden openbaar vervoer in de centrale wijken © Rien van de Wall

Spoorgebonden openbaar vervoer in de centrale wijken.
© Rien van de Wall

In het Vlaamse en Waalse ommeland lopen de streeklijnen van De Lijn en TEC niet langer parallel aan de spoorwegen, maar zij gaan als ‘feeder’-lijnen voor de S-trein fungeren. De bussen op deze lijnen hebben hun eindpunt dan niet meer aan het Brusselse Noord- en Zuidstation, maar aan overstapstations die verder van de centrale wijken gelegen zijn – deze situatie bestaat vandaag overigens al het geval aan het metrostation Kraainem.

Bediening van de centrale wijken

De dichtheid van het metropolitane net is het grootst in de centrale wijken. Hier is werkelijk overal een halte van de S-trein, de metro of de MetroTram op wandelafstand gelegen, van waaruit elk station in de metropoolregio bereikbaar is met hoogstens twee overstappen. Een aantal rechtstreekse verbindingen naar de stadskern wordt in het voorstel niettemin in stand gehouden en de capaciteit ervan wordt verhoogd.

Meer lezen